Wat zijn de gevolgen van een knieprothese? 

Heb je al langere tijd last van knieklachten en overweeg je een knieprothese? Of is het inmiddels al zover dat de orthopeed een operatie heeft voorgesteld? Dan vraag je je vast af: wat zijn de gevolgen op lange termijn? Wat kun je straks nog wél doen en wat niet meer? In deze blog nemen we je mee langs de belangrijkste fases van het moment waarop een knieprothese nodig is, tot de operatie, revalidatie en de beperkingen waar je rekening mee moet houden. 

Wanneer is een knieprothese nodig? 

Een knieprothese is meestal een laatste redmiddel. Artsen kiezen pas voor een kunstknie als andere behandelingen zoals fysiotherapie, ontstekingsremmers of injecties niet meer voldoende helpen. 

In de meeste gevallen gaat het om ernstige slijtage van het kniegewricht, ook wel artrose genoemd. Hierbij is het kraakbeen tussen je botten zo ver afgesleten dat bewegen pijnlijk wordt. Ook reuma, botbreuken of een eerder trauma kunnen ervoor zorgen dat een totale knieprothese nodig is. 

Signalen dat je toe bent aan een knieprothese: 

  • Constante kniepijn, zelfs in rust. 
  • Stijfheid of instabiliteit in de knie. 
  • Bewegingsbeperking: traplopen, fietsen of zelfs wandelen gaat moeizaam. 
  • Verminderde levenskwaliteit door de klachten. 

Herkenbaar? Dan is het verstandig om samen met een orthopeed de opties te bespreken. 

Hoe verloopt de operatie? 

De afdeling Orthopedie is verantwoordelijk voor complexe gewrichtsvervangende operaties zoals een knie- en heupprothese. Tijdens de operatie vervangt de orthopeed het beschadigde kniegewricht (of een deel ervan) door een kunstgewricht van metaal en kunststof. Dit gebeurt onder narcose of regionale verdoving, afhankelijk van jouw situatie. De ingreep duurt gemiddeld anderhalf tot twee uur. Vaak blijf je daarna een paar dagen in het ziekenhuis, afhankelijk van je herstel en mobiliteit. 

Goed om te weten: de meeste knieprotheses gaan 15 tot 20 jaar mee, en de kans op complicaties is relatief klein. 

Het revalidatieproces 

Na de operatie begint de revalidatie vrijwel direct. En dat is best pittig. Het is belangrijk om te weten dat je een flink traject ingaat – maar mét resultaat. 

De eerste weken: 

Je begint vaak al op de eerste dag met lichte oefeningen. Fysiotherapie is essentieel: zowel in het ziekenhuis als daarna thuis of in een revalidatiecentrum. Lopen met krukken of een rollator is tijdelijk nodig. 

Na 6 tot 12 weken: 

De meeste mensen kunnen weer zelfstandig lopen. Autorijden, fietsen en lichte dagelijkse taken worden steeds makkelijker. De pijn is vaak aanzienlijk verminderd, al kun je nog wel wat stijfheid voelen. Volledig herstel duurt gemiddeld 6 tot 12 maanden. Daarna merk je écht het verschil: minder pijn, meer bewegingsvrijheid en een verbeterde levenskwaliteit. 

Wat kun je (liever) niet meer doen met een knieprothese? 

Hoewel een knieprothese veel klachten verlicht, zijn er ook beperkingen. Je knie wordt nooit meer zoals een gezonde, natuurlijke knie. Dit zijn activiteiten die je beter kunt vermijden: 

  • Hardlopen of joggen – dit geeft te veel impact op de prothese. 
  • Springen of explosieve sporten (zoals basketbal, tennis of voetbal). 
  • Kniebuigingen onder zware belasting – denk aan zware squats of knielend werk. 
  • Contactsporten of extreme sporten, vanwege het risico op vallen of beschadiging. 

Maar wees gerust: wandelen, fietsen, zwemmen, golfen en zelfs skiën op recreatief niveau behoren vaak nog wél tot de mogelijkheden. 

Wees realistisch met een knieprothese 

Een knieprothese is geen wondermiddel, maar voor veel mensen wél een kans om weer actief en pijnvrij te leven. Het succes hangt sterk af van je eigen inzet tijdens de revalidatie en het aanpassen van je levensstijl. Twijfel je of dit de juiste stap voor je is? Laat je dan goed informeren door een specialist. En praat met anderen die een knieprothese hebben – hun ervaringen kunnen je helpen om een realistisch beeld te krijgen. 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *